Laatste wijziging: 2022-06-07 (technisch), 2009-05-22 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Larie: "Koken 1"

Begin - Voorstel - Kerstavond - Eerste Kerstdag - Tweede Kerstdag - 27/12 - 28/12 - 29/12 - 30/12 - Oudjaar - Nieuwjaarsdag

Begin

Flinterdun [sex] en Kapper [sex] brachten velen in Us Net op de gedachte om elkaar te eten te vragen, terwijl we doorgaans toch vrij eenzelvig zijn, behalve Wiesje en ik. Gek eigenlijk: wij tweeën zijn de opperkonijnen die elkaar amper loslaten, en toch ook degenen die met deze en gene eten of vrijpartijen hebben. Maar de meesten van ons zijn hier omdat ze de rust zochten, en dan ga je inderdaad niet elkaars deur platlopen. Inmiddels deden we al in groepsverband aan muziek, dus lag het nu voor de hand om de repetities uit te breiden met kookbeurten.

Wij Hijbezems repeteren wekelijks bij Geert en Herman, want dan hoeft er het minst met versterkers en instrumenten gesleept te worden - al staan die doorgaans op handkarren in een voorraadruimte van de kroeg. Maar de boys wonen ruimer dan wij, zij ontvangen liever, en Wiesje en ik bezoeken liever. Goed geregeld, dus! Afra is officieel nog steeds geen Hijbezem, maar in de praktijk wel. De gein (en soms sex) weegt zwaarder dan de muzieksoort. Kees speelt bij optredens vaak mee, maar ontbreekt bij repetities. Hij blijft een buitenstaander, juist bij humor en sex.

Uiteraard begon die "eetcultuur" bij de Hijbezems. We stelden hem in na "Kapper". In de denkbeeldige volgorde Geert-Wiesje-Herman-Larie-Afra was iemand gastheer (m/v): bereidde het eten, en betaalde de kosten voor maaltijd en verdere verteringen aan Geert en Herman (zijzelf voor de duidelijkheid aan elkaar). In de praktijk stonden we meestal met ons vijven in de keuken. We deden bovendien ons best om repetities en die maaltijden vrij van sex (in woord en daad) te houden, en ons drankgebruik vóór het spelen te matigen.

We vonden het reuze gezellig, en spraken dat rond. Afra stelde het met vrucht voor bij Heideröslein. Enzovoorts.

Bij de Bluesjes deden ze het iets anders: die repeteerden toch al bij Aart in een tot studio omgebouwde schuur, waar Dennis kon oefenen zonder te storen. Daar kwamen Teun en Kees aanschuiven aan een vast menu voor die dag: patat, appelmoes, en iets vleeshoudends, bereid in heet vet. Inderdaad, met cola als tafeldrank. Zodoende werd het ook de dag waarop de kinderen bij voorkeur vriendjes te eten konden vragen. Zolang ze niet hinderlijk in- en uitliepen mochten ze bij de repetities kijken. Kees zorgde voor drank na afloop, en zal dat wel met Teun hebben geregeld.

Maar Ab bemerkte al snel aan de bestellingen, dat Us Net in het algemeen steeds vaker groots of uitheems ging koken - en overal in Us Net werden kruidentuintjes in ere hersteld of nieuw aangelegd. De moestuinen kregen meer aandacht. Hans en Grada spanden de kroon, en probeerden bovendien "op de vierkante centimeter", welke rijstsoorten hier konden gedijen.

Je kreeg dus ook praatjes over de heg heen: wat dit was, hoe het smaakte, hoe dat erbij stond. Buren noodden elkaar te eten, en wisselden recepten (en -websites) en kooktips uit.

Wiesje en ik zijn geen keukenwonderen. We lusten van alles, mits vegetarisch, liefst zelfs veganistisch, en dat weten we lekker te bereiden (Wiesje leest mee, en vindt klaarmaken iets anders, ook heel lekker), maar we zijn geen fijnproevers, en we hebben al helemaal geen aandacht voor bijzaken, zoals het snijden van roosjes uit stukjes wortel of het gebruik van een gereedschapskist aan tafelzilver per couvert. Wiesje is sinds haar tiende redelijk succesvol met vlaaien, ik sinds mensenheugenis met patat bakken.

Us Net werd dus culinair bewuster, en Bill en Mina kwamen tot leukere dagschotels als er weer eens een groep trekkers bleef hangen. Ze raadpleegden niet slechts winkelier Ab, maar vroegen (in de gelagkamer en op het netwerk), wat men eventueel uit eigen teelt kon aanbieden. Uiteraard krijg je aanvoerpieken. Dat bracht Afra ertoe, zich te gaan verdiepen in conserveringswijzen. We zullen zien...

Daarnaast was er een eerste aftasten door Bill en Mina van mogelijkheden om kleine hoeveelheden trekkers (of inwoners zonder tijd of zin om te koken), voor wie zijzelf niet in het groot wilden koken, aan warm eten te helpen door porties van inwoners in te kopen. (Tussen 17:00 en 22:00 is ergens in Us Net wel iemand aan het eten koken. Als die bereid is om tegen betaling een portie meer te maken, en als de klant met dat menu instemt...)

Voorstel

In Heidefeest 4 noem ik koken niet als mogelijk onderwerp. Maar gaandeweg vatte de gedachte post om nu eens in week 52 iets gezamenlijks te bereiden, of juist een wedstrijd te houden. Wiesje dacht, dat dat beide kon: in één van bijvoorbeeld drie onderdelen (voor-, hoofd-, nagerecht) iets indienen, en bereiden voor bijvoorbeeld zes personen. En als je afsprak, dat iedere inzender òf alle drie onderdelen meedeed, òf maatjes moest vinden voor de beide andere, dan kwam je per "regel" op zes porties. Stelde je het nuttigen ook nog eens uitsluitend open voor inzenders (hoogstens zes eters per inzender), dan moest het redelijkerwijs uitkomen.

We gooiden het bij de Hijbezems in de groep. De anderen voelden er wel voor, maar legden de krapte van de berekening bloot: wij zouden met ons vijven zes porties maken. Maar Mart en Diana zouden zeker mee eten. Geen punt, dan maakten wij wel acht porties. Zelfs de taakverdeling lukte. Wiesje en ik zouden het voorgerecht maken (een beschaafde vorm van de pasteitjes uit Flinterdun 2 [sex] (in leesvolgorde verderop), Afra zou een hazelnoot-mokka schuimtaart maken, en de boys zouden een nader te bepalen staaltje haute cuisine tonen. Dat zou dan vooral op Geert neerkomen, want Herman komt zelfstandig niet verder dan een hamburger optuigen met een blaadje sla en een schijfje tomaat. Maar onder leiding van Geert levert hij klasse.

We bespraken het met Bill en Mina. Die zagen het voorgestelde project en onze inzending wel zitten, en plaatsten een oproep op het netwerk. (In Us Net is de gewoonte gegroeid, dat plannen die anderen zouden kunnen raken eerst in de kroeg geopperd worden, en vervolgens door Bill of Mina in de nieuwsgroep worden gegooid. Zonodig polst dan Kees Teun, en desgewenst Wiesje mevrouw Hoofddoek.)

Er kwamen veel aanmeldingen. (Us Net zal zo'n honderd inwoners hebben, maar vooral de gezinnen treden niet zo naar buiten.) Op voorstel van Bill en Mina maakten we er een Kerstavond van: 's middags wellicht iets voor de jeugd, dan de gezamenlijke maaltijd (waarschijnlijk in kroeg en kerk), dan de prijsuitreiking, een avondprogramma, en (indien gewenst) een kerkdienst.

Hewel niet in de geest van Week 52, haalden we er toch meer gasten bij. Het begon ermee, dat Jan zich die week altijd zo alleen voelde. Dat had hij op dat jongste Heidefeest bij de boys gezegd. Die waren met hem begaan, en vroegen hem van Kerstavond tot Nieuwjaarsdag te logeren. Dan zouden ze hem ophalen, en hem dagelijks even naar zijn schaapskooi rijden.

Dat deed bij Wiesje en mij een bel rinkelen. Geen probleem, als wij Frans en Cisca te logeren hadden, dan konden die ook gehaald, gebracht en dagelijks naar hun schaapskooi gereden worden. Nou, die vonden het oorverdovend prachtig!

Vervolgens kochten de boys Jan en wij Frans en Cisca in bij Bill en Mina (zelf ingeschreven samen met de rest van de bluegrass band): we betaalden een evenredig deel van de bestanddelen van wat zij zouden gaan bereiden. Met wat hoofdrekenen werd het inkopen afkopen.

Ik kocht ook Ab in: dan kon onze grote alleenstaande (die het toch al meer dan druk zou hebben) zonder zelf te hoeven koken ook mee kunnen eten. Bill en Mina waren geroerd door de gedachte, en Ab zelf had tranen in zijn ogen. Wiesje polste mevrouw Hoofddoek, maar dier huidige geloofsbeleving verzette zich tegen haar aanwezigheid.

Kerstavond

Kerst naderde. De bestellingen waren groter dan ooit tevoren, mede omdat de harde kern van Sans Perail de hele week 52 in de Speeltuin (en hun slaaprijtuig) zou verblijven, en Ab nu eenmaal ook hùn leverancier was geworden.

Ab was er gierend druk mee. Hij kreeg ook veel hulp, evenals Bill en Mina. Die hadden trouwens tòch maar 'n grote tent, tafels en stoelen gehuurd voor de maaltijd: dan bleven kroeg en kerk beschikbaar voor hun eigenlijke taak, en was het gebeuren op één besloten plaats. Uiteraard kostte dat een smak geld.

De financiering van de huur van tenten, geluidsinstallaties en zo is trouwens één van de weinige schimmigheden in Us Net. Ik weet, dat Ab en Bill rekeningen betalen, ik weet zeker, dat zij er geen boterham minder om eten. Hoe dan ook dragen wij allen uiteindelijk die last, blijkbaar weer zo handig weggewerkt in de omzet, dat niemand eronder gebukt gaat of er aanstoot aan neemt.

Kees had het óók druk. Hij brouwde, stookte en bottelde. Teun hielp hem een beetje, maar die is oud en niet vakkundig. Ik ging Kees dan maar helpen, weliswaar een generatie jonger dan Teun, maar evenmin deskundig. Het ging om korte inzetten per dag. Wiesje vond het samenzijn belangrijker dan de gist- en alcoholdampen, en deed mee. Daarna was het dan even bekijken of Bill danwel Ab ons nodig had.

Tent en inhoud waren trouwens ook zo lang gehuurd, dat andere dingen (zoals het bereiden van die maaltijd) op de dag zelf alle aandacht konden krijgen. (Zoals Ab fluisterde: het verhuurbedrijf was allang blij, dat de tent verhuurd was, en dat ze zelf een beetje spreiding in hun werk hadden. Oftewel: omdat anderen hun tenten geen minuut langer huurden dan nodig, kon Ab voor een symbolische meerpijs die tent de hele tijd laten staan. Je moet het maar beseffen en kunnen uitspelen!)

Tegen de avond van 24 december haalde Herman de schaapherders en hun honden op. Wat een luxe! Hij reed linksom Spamerica om, zette Frans en Cisca bij ons af, en reed met Jan door. Grote knuffels. Mart en Diana logeerden trouwens weer bij Afra: die verdeling was iedereen goed bevallen. We hadden nèt tijd voor het inchecken, en toen was het tijd om met Het Voorgerecht (in warmhoudverpakking) naar de tent te gaan.

Het was niet zulk onstuimig weer als een jaar eerder: nu matige zuidwester met veel wolken en soms matige regen. In de grote tent zou je geen jas nodig hebben.

We liepen eerst achterom naar Afra, daarna gezevenen (met de naamloze hond, de taart en de pasteitjes) naar de tent. We zagen de boys naderen met Jan, Hector, en hùn deel van onze inbreng. Dat was dan een schotel riviervis, zodanig opgetuigd, dat Wiesje en ik desgewenst van de bijlagen zouden kunnen eten.

Gelukkig hadden beide honden bij aankomst te eten gekregen. Maar Google had door de drukte van het middagprogramma voor de jeugd nog geen eten gehad, en werd helemáál opgewonden toen ze haar vrienden ontwaarde.

We gingen de kroeg in. Toos zat piano te spelen, Bill had twee trekkers (op Kerstavond!) die wel een warme hap zouden lusten, zeker indien afkomstig uit een wedstrijd, maar kon zo vroeg nog geen toezegging doen.

Mina redderde van alles. Ik bood aan om Google eten te geven: tenslotte weten wij daar bijna alles te vinden. Dat werd in dank aanvaard. Ik zette een bak klaar, Wiesje wist Google af te zonderen en de andere honden even buiten te sluiten. Kon ze rustig eten. Maar ze schrokte alles weg, en wilde meteen weer naar buiten. Goed zo!

Inmddels stroomden de deelnemers de tent binnen. Diana had plaatsen vrijgehouden voor ons tienen. Had voor de Hijbezems niet gehoeven, maar het was eigenlijk wel gezellig, en we hielden zo ook de drie honden beter bijeen.

Mina hield een korte tafelrede, wees iedereen op de stemformulieren voor de wedstrijd, en wenste smakelijk eten. Daarna kon er voorgerecht opgeschept worden. Daarover was niet nagedacht, dus het werd een gezellige chaos toen iedereen eerst keek wat het aanbod was, en daarna op zijn (of haar, natuurlijk) keus af stormde.

Wij tienen hadden nog net op tijd afgesproken om ieder iets anders te halen, en dat in de groep te gooien (dè uitdrukking uit dit verhaal, hè?). Zo kwamen we aan een staalkaart van warme en koude voorgerechten, ieder van elk een hapje.

Wiesje maakte er met mij een voeder-act van, en Geert en Herman gingen die meteen parodiëren. Frans en Cisca volgen het origineel, Mart en Diana de parodie, Afra gaf commentaar, en Jan keek verwilderd rond.

Bill plaatste een camera en stereomicrofoon bij ons, en projecteerde onze acts met de beamer. Dat stereo was best zinvol! Uiteindelijk zat de halve tent elkaar letterlijk danwel figuurlijk te voeren.

Je kunt ervan vinden wat je wilt, maar het is alweer een voorbeeld van hoe Wiesje een afwachtende sfeer kan doorbréken. Toegegeven, ze heeft er anderen bij nodig (en die zijn er per definitie bij een afwachtende sfeer), en ze weet, dat ze minstens mijn medewerking heeft.

Ab had een geweldige inval. Toen iedereen het voorgerecht op had, opende hij de verpakkingen van de hoofdgerechten, en ging met de camera het aanbod langs, zonodig vragend wat iets voorstelde. Dat scheelde flink in de chaos!

We zetten de staalkaart en de voeder-acts onverminderd voort. Ik voelde, dat Wiesje er eigenlijk een schepje bovenop wilde doen (grappige uitdrukking in deze samenhang), maar ik dwarsboomde haar vermeende streven. Op kleuterwijze met spinazie omgaan is prachtig voor onszelf, Frans en Cisca en de boys, maar alleen al aan de andere vier in ons groepje niet bepaald besteed. Ik beloofde Wiesje, dat we het in zo'n kringetje eens zouden doen. Ze gaf me gelijk.

Het geheel werd trouwens besproeid met zeer geslaagde bieren en wijnen van Kees, één glas per gang bij de prijs inbegrepen. Voor kinderen en geheelonthouders had Mina in samenwerking met Kees een mooie frisdrank ontwikkeld en bereid.

Bij het nagerecht troffen we dan toch weer schijven ananas en slagroom. De Hijbezems keken elkaar aan, vol herinnering aan "Kapper". De andere vijf (en iedereen die ons op het scherm zag) vroegen zich af, waaraan wij dachten. Wiesje greep domweg twee schijven ananas (voordat iemand zich een stuk kon toeëigenen), richtte zich tot de camera, en hield de schijven voor haar (beklede) borsten. Nog weken later werd ze begroet met duim en wijsvinger voor de tepels (van de groeter) en variaties op haar bijgaande gezichtsuitdrukking. Maar goed, nu kreeg ieder zijn deel van de ananas en de slagroom.

Bill liet de twee trekkers in de tent plaatsnemen, en één gang op de deelnemers achterlopen. Er bleef zowat niets over. Terecht, want alles smaakte lekker - al waren de combinaties die wij tienen maakten soms wat woest. Bill zamelde de stembriefjes in, en benoemde de twee trekkers brutaalweg tot stembureau (want onpartijdig). Na telling bracht hij de uitslag.

Niet te geloven, maar de Hijbezems hadden op alle drie onderdelen gewonnen, vooral met die visschotel. De prijzen waren weer eens producten van Kees.

In mijn jeugd had je van die flessen wijn die je bij de ene gelegenheid kreeg en bij de volgende weer dankbaar weggaf, maar het spul van Kees geldt steeds meer als vergif in andermans lichaam. Bill en Mina gebruiken inmiddels het woord "nietkees" voor gasten die drank van landelijke merken willen, zonder zelfs maar iets van Kees te willen proeven. Een nietkees is zomogelijk minder dan een mafkees.

We ruimden ordelijk de tafels af, mikten alle wegwerpbestek en -servies in vuilniszakken, en brachten ijlings onze eigen schalen naar huis.

Daarna gaf Bill een conference, beslist een voorloper van wat hij over een week zou doen. Wiesje en ik speelden er een grote rol in: naar ongeveer alle verhalen van dit jaar werd verwezen. Hij had de microfoon, maar de camera stond op ons gericht. Uiteraard sprak Wiesjes gezicht boekdelen bij alles wat hij opdiste. Geert en vooral Herman hadden de slappe lach, sommigen trokken herhaaldelijk een "hier hoor ik niet bij!" gezicht.

Tijd voor Ab en de rock & roll. Wiesje, Geert, Herman en ik gingen Bill en Mina helpen. Mart en Diana raakten met Frans en Cisca aan de praat, Afra en Jan wisselden dan óók maar eens een woord, maar er waren blijkbaar weinig raakvlakken.

Te middernacht begon er iets in de kerk. Het Slavische koor van Grada had iets passends ingestudeerd, en Afra speelde er orgel bij.

Tegen half twee was dat afgelopen. Langzamerhand ging iedereen huiswaarts. De kerk ging op slot, de tent was leeg, de trekkers waren allang weer vertrokken. Kees en Teun speelden nog een bluesje terwijl de harde kern voldaan nababbelde.

Om half drie braken ook wij op. Frans en Cisca (en Jan) zaten te knikkebollen. Maar toen Wiesje en ik thuis in slaap vielen hoorden we hùn bed kraken.

Eerste Kerstdag

Ik veronderstel inmiddels bekend, hoe het eraantoe gaat als Frans en Cisca bij ons logeren, of omgekeerd. Maar nu zou het een week duren, waarbij zij dankzij Herman dagelijks hun schaapskooi zouden bezoeken, evenals Jan. Ze wisten elkaar niet precies te wonen, en waren wel benieuwd. Wij ook.

Dus vroegen we Herman, of wij mee mochten. Geert was óók benieuwd, maar stelde zijn meegaan dan maar een dagje uit: dan konden we in twee rijen van drie in de pick-up zitten. Het tijdstip van de dagelijkse rondgang was geprikt op 14:00: dan konden we rustig uitslapen, en bij daglicht terug zijn.

Uiteraard waren Frans en Cisca, hoe moe ook, veel eerder wakker dan Wiesje en ik. Zo te horen was het Cisca die de hond ging uitlaten, en daarna weer bij Frans in bed kroop. Maar uiteindelijk zaten we gevieren in bad aan de koffie, nog later in de keuken aan het ontbijt, en om 14:03 in de auto. Beide honden hadden drie schoenen om op te liggen.

We reden nu rechtsom. Dus langs het station, waar de oude autobus van Sans Perail net een wasbeurt kreeg, langs de Speeltuin, waar niets te zien was, langs natuurvriendenhuis en camping van Ton en Saar, nog een best eind verder, dan rechtsaf door het bos (een dambord van oudere en jongere percelen sparren en dennen), en dan (naar achteraf bleek vlak voor de kruising met het ons bekende fietspad) aan onze rechterhand een weggetje naar rechts, dat eindigde aan de bosrand bij Jans schaapskooi. De stal links, een popperig huisje rechts.

Jan ging ons voor, de stal in. Er bleek een eerste lam geboren, alles in orde. Jan gaf voer en water. Daarna bezichtigden we zijn huisje. Het was vergelijkbaar met de woning van Frans en Cisca, afgezien van de gescheiden stal. Hij bleek in een oude bedstee te slapen. Die leek ons heel romantisch, maar bij nader inzien onhandig. Hij had een zolder, maar kwam er nooit.

We reden terug naar de weg, rechtsaf, kruisten algauw het fietspad (zoals Jan toelichtte), en gingen misschien een kilometer verder zelf rechtsaf, een grindweg op. Hier was het bos meer gemengd. We kruisten de spoorbaan bij een perron in aanleg, en kwamen uiteindelijk op de weg die ons langs de bakker (waar het fietspad uitkwam) naar de andere schaapskooi bracht. Uiteraard was de bakkerswinkel dicht, maar wel in kerstuitmonstering.

Zelfde ritueel. Ook al een lam. De honden hadden duidelijk een "net zo, maar dan anders" gevoel. De huiskamer werd nog steeds overheerst door de tennistafel, maar die was licht bestoft. De zolder, met de po in de hoek. Vreemd om er nu "op doorreis" te zijn. Herman vond de schaapskooien heel sfeervol. Dat vonden de bewoners zelf ook, maar ze misten toch wel wat comfort.

We stapten weer in. Het karrenspoor op, bocht om, onder de Digitale Snelweg door, rechtsaf, en uiteindelijk weer rechtsaf, de Digitale Zandweg op. Per auto was het een lange rit, maar uiteraard wel sneller dan over de heide lopend.

We kwamen bij Hermans huis. Na kort overleg besloten wij vieren het laatste stuk te lopen. Eerst even theedrinken met Geert. Hij noodde ons op pannenkoeken, en had het beslag al klaar. We waren met teveel om "Kapper" te herhalen, maar de herinnering was bijna tastbaar.

Na de maaltijd en een bak koffie togen we huiswaarts. Bij Ab was het donker, bij Aart en Yvonne deed men zo te zien een gezelschapsspel. Chot kwam uit zijn stal, en liet zich dankbaar door Wiesje en de rest knuffelen. We wipten bij de kroeg aan. Kerstsfeer, die ons gisteren bij "gewoon" licht niet was opgevallen, maar nu bij kerstlampjes best sfeervol was. Toos speelde weer piano, Bach zo te horen. We schoven bij Ab aan, aan de bar.

Ab, Bill en Mina waren erg tevreden over dat eten gisteren. Er was slechts de klacht gehoord, dat er niet méér was, een keertje bijscheppen. Die tent stond er nu toch - zouden wij nog iets kunnen bedenken? Ik had die lol van "Kapper" nog in mijn hoofd, Wiesje dacht aan "Flinterdun". Ik telde ze op, en opperde een pannenkoeken- of flensjeswedstrijd tussen de boys enerzijds en Bill en Mina anderzijds.

Dat bracht Wiesje op een patatwedstrijd tussen mij (met haar) en Yvonne (met Aart). Toch handig, dat Ab erbij zat: Yvonne kocht altijd voorgebakken patat, wij niet. Het zou dus een ongelijke strijd worden, alleen al om het piepers jassen en snijden.

Frans leefde zich in, en dacht aan een oliebollen- en appelflappenwedstrijd. Cisca opperde een stamppot- of erwtensoepwedstrijd.

Bill en Mina zagen die oliebollen en appelflappen meteen zitten voor Oudejaarsavond: het zou hen veel werk uit handen nemen als anderen die zouden bakken. De wedstrijd tegen de boys leek hen ook wel wat. Bill belde de boys meteen, en het antwoord "Ja!" tetterde uit het mobieltje. Mina belde Yvonne inzake de patat. Die vond het best, en dacht dat de kinderen mij wel zouden willen helpen schillen en snijden. Bill gooide "stamppot" op het netwerk. Na een half uur stond ook dat onderdeel in beginsel vast. Overigens zou het wedstrijdelement ondergeschikt zijn aan het samen eten.

Op voorstel van Ab werden de data: 28/12 patat, 29/12 pannenkoeken, 30/12 stamppot, 31/12 oliebollen en appelflappen. Dat zou iedereen de tijd geven om ernaartoe te werken. Hij huurde meteen een professionele friteuse en een fornuis.

Rond elf uur stapten we op. We keken even bij Afra naar binnen. Daar zat men zo te zien gewoon te keuvelen, dus gingen we even gedag zeggen. Eigenlijk dachten ze aan naar boven gaan, maar een slokje met ons zevenen (en de hond) kon nog wel. De lege wijnflessen spraken voor zich, en we moesten aan de brandewijn. Één glaasje, want de geilheid hing in de lucht, en ook wij vieren hadden een wedstrijd te vervolgen.

Tweede Kerstdag

Oorspronkelijk hadden we vandaag heel burgerlijk Wiesjes ouders te eten gepland, Mart en Diana dus (en Afra). Maar nu Geert ook een rondje langs de schaapskooien zou maken, werd dat in overleg met Afra een dag opgeschoven. Domweg om de hoeveelheden van wat we wilden maken.

De wagen kwam weer voor, en Wiesje en ik gingen de maaltijd voorbereiden: een tamelijk overdadig mengsel van straks te wokken groenten. Er viel veel in te weken en te snijden. Gek, maar wat was het toch al weer leuk om met Wiesje alléén te zijn! We werkten snel door, en renden naar de slaapkamer.

We konden iedereen weer in de keuken begroeten, maar het was duidelijk dat we ook boven geweest waren. Lachen! Het bezoek kwam trouwens lopend: dan hoefde Herman niet op alcohol te letten. Nou vooruit, eerst een bakkie thee dan maar!

Onnaspeurlijkerwijze kwam Jan op zijn praatstoel. Over zijn eigen geschiedenis lag blijkbaar een deken van verdriet, maar hij had een geweldige voorraad leuke verhalen over dieren, en hij kende de Trojaanse Paarden (zoals Wiesje en ik wisten) wèl, evenals de geldwolven. En ja hoor, nauwelijks waren Wiesje en ik voor de laatste handelingen in de keuken, of de boys en de herdertjes gingen sterke verhalen uitwisselen over ons. Geert & Herman en Frans & Cisca leken zich aardig in elkaar te herkennen.

Maar alle gezellige "wij" verhalen deden Jan weer verstillen en versomberen. Gelukkig was er inmiddels de maaltijd: een mooie aspergesoep, rijst met die gewokte groenten, verse lychees na. Voor de honden hadden we iets te kluiven - en daarin gingen ze helemaal op.

Na de koffie speelden we een kort rondje tafeltennis. Dubbel, met de koppels, en Jan in zijn eentje. Voor hem was het spel toch al nieuw, en dan zou het afwisselen per saldo negatief uitpakken. Wij wonnen.

De drank kwam ter tafel. Het werd een beetje inschikken op het bankstel, maar de ene helft zat toch al vaak bij de andere op schoot. Wiesje had een inval, en vertoonde de films van stoomtreinen uit Stoom 3 [sex], evenals de daar genoemde modelstoom demo's. Dat was weer lachen, maar ook aanleiding voor de boys om met Jan en Hector naar hun eigen huis te gaan. Hun houding en waggelende gang hadden wel iets van het dansen van (het langzame begin van) de sirtaki. Daarna gingen wij vieren maar naar boven voor onze wedstrijd.

27 december

Dankzij Frans en Cisca waren ook wij vroeg wakker. Toen we eenmaal allen op waren, hielpen ze ons lief met de geweldige afwas. Terwijl zij weer het rondje om de hei reden, haalden Wiesje en ik bij Ab de volgende vracht boodschappen op: we kregen nu immers Mart, Diana en Afra.

Wiesje zou nu de leiding nemen voor hartige taarten, een variant op haar beroemde vlaaien. Wel, ik hèb alle bestanddelen in handen gehad, maar ik zou werkelijk niet weten, hoe Wiesje die in de taarten heeft verwerkt. (Alsof je een tijd naar een snelweg hebt gekeken, en niet meer weet, wat voor auto's je gezien hebt, en al helemaal niet waarheen ze zijn gegaan.) Alleen de oesterzwammen kan ik me herinneren, want die had ik niet in een taart verwacht.

Afra kwam met Mart en Diana binnen voordat Frans en Cisca terug waren. We waren nog aan het voor-bereiden van de taarten. Uiteraard had Diana alle belangstelling voor hoe de kookkunst van haar spruit zich op dit punt in bijna twintig jaar had ontwikkeld. Zelf kookt ze verdienstelijk, maar volgens vertrouwde lijnen. Mart heeft uit zijn studententijd nog wel iets met prutjes, maar hij eet liever dan dat hij kookt. Afra ontwikkelt zich steeds sneller als keukenprinses, naarmate ze zichzelf ontdekt. En dááraan dragen de Hijbezems veel bij.

Misschien ben ik wat luchtig heengestapt over het bij Afra logeren van Mart en Diana. Maar ze komen niet alleen voor Wiesje en mij, en we hadden nu Frans en Cisca dus zelfs een hele week dankzij Jans eenzaamheid, en al doorschuivend kwam Afra zodoende óók aan gezelligheid (en sex). Eigenlijk zijn ook Frans en Cisca eenzaam, al hebben die tenminste elkaar (en tegenwoordig ons): ze hebben het (net als Jan) domweg druk met hun schapen.

Ze doen dat trouwens voor een hongerloontje - die aanbesteding moet volgende keer tot een menswaardig bestaan leiden. Hmm... de Commissaris der Koningin kennen we al, zie de Ronde van Spamerica. Als Ab die bij gelegenheid uitnodigt, dan kan Bill hem wel even vermanend toespreken. Mina (als juf) misschien zelfs nog beter. Komt in orde!

We stonden dus met ons vijven in de keuken. Wiesje en ik met schorten voor de schoot, Diana met belangstelling voor het kookproces, Afra met een begin voor een conference, en Mart met waardering voor die taalvaardigheid. Daarna gingen we naar de huiskamer voor eerst maar eens thee. Wij zijn trouwens aan de "nane" uit eigen tuin - herinnering aan de vele omgang met Marokkanen in Amsterdam - en de pepermuntplantjes (of welke muntsoort het is) rukken bedoeld en onbedoeld op in aller tuintjes.

Frans en Cisca (en de hond) kwamen terug. Die moesten volgende week maar wat pepermuntplantjes meenemen! Intussen gingen de taarten de oven in. Er ontstond een nieuwe gespreksdynamiek: Mart zei iets, Diana vroeg een toelichting, en Wiesje, Afra en ik kwamen in wisselende volgorde met one-liners. Frans en Cisca keken steeds schaapachtiger. Beroepsdeformatie?

We gingen maar weer aan het Griekse spul. We deden er nu bijna een jaar mee, zie Laries lares 1 [geloof]. Tijd voor een plengoffer, dus dat brachten we (Wiesje, Mart, Diana en ik), maar we bespeurden geen bovennatuurlijke reactie. Hoefde ook niet. Afra en de herdertjes hadden het niet in de gaten. Cisca bedacht, dat ze ook wel bijen konden gaan houden, en met de honing zelf baklava maken.

Wiesje wilde wel helpen met het bladerdeeg - en eigenlijk konden we deze week wel even oefenen. Ze voegde honing toe aan onze bestelling bij Ab. Ik keek Frans aan, en likte langzaam een vinger af. Hij werd meteen geestdriftig. Wiesje en Cisca hadden mijn gebaar niet gezien, maar verstonden Frans' reactie, en Afra had daarna geen toelichting nodig. Mart en Diana wendden zich tot Wiesje. Die verklaarde trouwhartig, dat bloemetjes en bijtjes altijd tot een plakboel leidden. De bel van de oven ging verloren in een wolk one-liners. Maar Wiesje heeft ook een bruikbare inwendige klok.

We hadden soep van mijn hand. Nee nee, getrokken van groenten die niet goed in de taarten zouden smaken. Maar afzonderlijk smaakten de soep en de taarten heerlijk, en ze gingen schoon op. En dan bij de koffie weer eens een stuk kersenvlaai. Frans vond, dat ook kersenbloesem geschikt was voor honing. Cis en hij gingen alvast een kwartier overleggen over een boomgaard. Afra stelde zoetsappig voor, om dan ook een moestuin aan te leggen (met méér dan nane), en een kruidentuin. Vooral basilicum - en dit keer moesten wij vegetariërs de grap uitgelegd krijgen. Lamsbout...

Het werd reuze gezellig. Het bleef overwegend bij één gesprek tegelijk, en dat dan opbouwend of grappig. Mart ging uit eigen werk voordragen, en alras brachten we allen om beurten iets ten gehore. Het was, dat onze muziekinstrumenten in de kroeg stonden.

Opeens zag ik in een bovenhoek van de kamer doorzichtige gedaanten. Mart, Diana, Wiesje en ik hieven onze glazen, naar elkaar en naar die hoek. Afra, Frans en Cisca zagen het niet. De hond was onrustig, maar nam niets waar. Wiesje tapte een karaf retsina, en zette die daar op een hoge kast. Ik zette er een schaal hapjes bij. Onze vijf gasten zagen dat wij elkaar knuffelden, maar Wiesje en ik voelden ons met warmte bezeten. Mart vertolkte een oud Grieks gedicht. Hij kreeg een bloemenkrans op zijn hoofd, en niemand wist van wie.

Afra, Mart en Diana gingen pas weg, toen Frans en Cisca eigenlijk plachten op te staan. De herdertjes lieten samen de hond uit, alvorens naar bed te gaan. Wiesje en ik hadden een geluidloos babbeltje met onze schimmige gasten, een soort voldaan nakaarten. Maar algauw ging de keukendeur weer open: het was buiten te koud voor frunniken.

28 december

Het werd een korte nachtrust: de nacht was eigenlijk ochtend, de rust zat ingeklemd tussen twee blokken wedstrijd met Frans en Cisca (al laten vooral wij dat wedstrijd-element steeds meer los, ten gunste van het eigen genot), en tenslotte was het patatdag (zoals afgesproken op Eerste Kerstdag).

We hadden door alle gezellige drukte amper met Yvonne en anderen overlegd. Gelukkig hadden we de afspraak "van ons àf" gemaakt: Ab kocht behalve verse aardappelen (voor mij) en voorgebakken patat (voor Yvonne) uiteraard ook de gezamenlijke dingen in: zonnebloemolie, fritessaus, appelmoes, blikken sperziebonen (die Bill en Mina zouden opwarmen) en diepvrieskroketten (die Yvonne zou frituren) - en op mijn verzoek (en rekening) ook een paar degelijke dunschillers. En er was roomijs in verschillende smaken toe.

Toen Frans en Cisca opgehaald werden voor hun "lammetjesronde" (woord van Diana) liepen Wiesje en ik naar de kroeg. Daar had Ab de spullen zojuist afgeleverd. Yvonne ging alles na. Al haar kinderen waren aangetreden om te helpen, en desnoods kon Aart opgeroepen worden. Maar ik wist, met welke zware klus hij Sans Perail aan het helpen was. Mina hielp met het bedrijfsklaar maken van de gehuurde friteuse, en verzorgde ons met thee en frisdrank.

Je kunt moeilijk voor (ongeveer) honderd mensen tegelijk verse patat opscheppen, althans met ònze middelen. Daarom hadden we iedereen gevraagd om gespreid te komen tussen half zes en half zeven. Zodoende konden we tremmen, bereiden en opscheppen in een werkbare werkstroom.

Goed, dat ik dunschillers besteld had, anders hadden Dennis en Wouter het merendeel van elke aardappel als schil weggegooid. Sheila schilde ervaren, en poogde kleine Maaike de kunst bij te brengen. Yvonne hield het bevel over haar voorgebakken patat, ik over mijn slow food, Wiesje wierp zich op als coördinator van de overige waren, Mina coördineerde "keuken" en "voor", en verder was het een groepsinspanning. Om kwart voor zeven konden we zelf als laatsten gaan eten - onder applaus van wie er nog aan tafel zaten (onder wie de acht anderen van ons eerdere tiental).

Het werdstrijd-element bleek geheel verloren: men had niet vergelijkend geproefd. We namen dus als geheel team de eer en het prijsje in ontvangst - en ik zorgde ervoor dat Bill (die de prijs uitreikte), Mina en ook Ab erin deelden. Daarna hielp iedereen afruimen.

Er was weer levende muziek: van het Slavische (a capella) koor. Die keus was vooral ingegeven door het belet van andere groepen, maar weldra ervoer iedereen ze als passend. Tegen het eind van het geplande optreden greep Wiesje haar accordeon (die immers in de voorraadruimte van de kroeg lag), en ging zo goed mogelijk begeleiden. Vervolgens werden alle nummers opnieuw gedaan, nu mèt begeleiding.

Kees zag het even aan, en haalde de kern van zijn drumstel tevoorschijn. Ik hielp hem sjouwen en opstellen. Bill pakte een mandoline (in plaats van zijn banjo), en ging een balalaika nabootsen. Mina greep haar viool, Herman zijn bas. Geert en ik namen de bardienst over. Ik zag Afra verlangend kijken, en liet haar met Wiesje overleggen. Nu nam Afra de accordeon over, en ging Wiesje verder op mijn wind controller (als trompet of klarinet).

Na drie keer het hele repertoire waren de zangers bek-af. Grada nam de accordeon over, Hans had een vaastrom (darbuka, tarabuka) opgeduikeld, en samen begonnen ze aan een wervelende set Georgisch. Geert en Herman gingen er danspassen bij zoeken.

Kortom, even na drie uur wankelden de laatsten (waaronder wij dus) naar huis. Bij Cisca was de wijn verkeerd gevallen, en ze liet een spoor na van struikel- en kotsplekken. Gelukkig was haar maag leeg toen wij thuiskwamen. We konden elkaars nachtgroet niet verstaan door het suizen van onze oren.

29 december

Vandaag zou voor ons een rustige dag worden: pannenkoekenwedstrijd tussen Geert en Herman enerzijds en Bill en Mina anderzijds. Niet te geloven: het weer zat tegen. Het wisselvallige weer had plaatsgemaakt voor een mistveld. Op zich kun je in Us Net nog bij twee meter zicht uit de voeten, aan- en afvoer over het Televisiekanaal inbegrepen. Maar Herman had zijn "lammetjesronde", èn hij moest Geert helpen met de pannenkoeken. Die samenloop was haalbaar - tenzij hij door de mist veel langzamer moest rijden.

Gelukkig had Jan, die op zijn eigen inwendige klok wakker werd, en ook Hector moest uitlaten, de mist gemeld aan zijn gastheren, die toen de gordijnen nog dicht hadden. Herman besefte de gevolgen, overlegde even, en belde ons. Of de lammetjesronde één, liefst twee uur vervroegd kon worden, en of wij ons beschikbaar wilden houden om voor hem bij Geert in te vallen? Wiesje kon makkelijker uit bed komen dan ik, en liep met mijn telefoon naar de herdertjes. Dat wil zeggen, naar dommelende Frans - maar beneden kwam Cisca net weer binnen met hun hond. Ja, die mist... Wiesje gaf haar de telefoon. Frans werd intussen langzaam wakker.

De ronde werd twee uur vervroegd, dus tot twaalf uur. Voordien hapje eten, dus er was nog een beperkte tijd voor gevrij in bed of langzaam wakker worden in bad. Wiesje en ik bleken inmiddels te onrustig om het genieten te hervatten. Voor ons doen waren we snel aangekleed (wat toch niet nodig was) en beneden. Ik dekte de keukentafel.

Wiesje was met haar gedachten bij de autorit, verdwalen in de mist, pech krijgen, en verzamelde flessen water, een rol WC-papier, uiteraard wat chocola. Maar Herman belde tegen twaalven dat het toch een kwartiertje later werd, omdat hij noodrantsoenen en zo aan het stouwen was. En dat Geert ons vanaf drie uur zou willen kunnen oproepen. Om half één lagen Wiesje en ik van elkaar te genieten.

Om half vier belde Geert inderdaad: de auto was net bij Frans en Cisca vertrokken, en of wij toch even naar de kroeg wilden komen. We liepen achterom bij Afra: even dag zeggen, en dat wij nu alvast gingen helpen. Het werd al aardig donker, en de mist leek dikker te worden.

Murphy rules. Geert had beslag aan zijn handen, en zijn telefoon ging. Wij kwamen net binnen, dus ik wrikte het ding uit zijn broekzak, en hield het bij zijn hoofd. Herman meldde, dat hij onder het viaduct stond met een lekke voorband. Wiel verwisselen zou hopelijk slechts een kwartier kosten. Ik duwde het mobieltje terug in Geerts broekzak. Wiesje had intussen de toestand in zich opgenomen, en liet Geert instemmen met handelingen die haar geboden leken. Ik belde Ab (die vlakbij bleek) om zonodig sleepdienst te spelen.

Daarna hielp ik Geert en Wiesje danwel Bill en Mina, en stond al snel achter de tap. Na een half uur kwam Herman binnen met zijn passagiers en hun honden. De drie herders (de mensen dus) werden met een pot thee in de gelagkamer gezet, de herdershonden gingen met Google bijblaffen, Herman ging eerst grondig zijn handen wassen, en daarna mij helpen bedienen. (Met Wiesje ruilen had geen zin.) Ab ging in de tent alles klaarzetten, en Cisca ging hem helpen.

Frans en Cisca enerzijds en Jan anderzijds hadden elkaar verbazend weinig te vertellen. Jan had al zijn dierenverhalen inmiddels vertolkt, en was niet het beste publiek voor Frans' blondjesgrappen. Restte weinig meer dan fachsimpeln.

Ook bij de pannenkoeken gold het verzoek om tussen half zes en half zeven te komen. Afra's drietal kwam weer tegen het eind van dat tijdvak, opdat we met ons tienen (en Bill en Mina) konden eten. Waarbij beurtelings iemand opstond voor het bakken.

Geert won de wedstrijd met minimaal verschil. We namen met de hele ploeg het applaus in ontvangst.

De muziek werd geleverd door de hard rock van Aart. Dat kwam slecht uit, want Aart was maar net op tijd komen eten, nog smerig en in overall. Het kwam ook goed uit, want Aart zat nog na te trillen van een stuk stoomlocomotief (een zware afsluiter, begreep ik) dat hij bijna op zijn tenen had gekregen omdat iemand te luchthartig een hijswerktuig bediend had. Nu kon hij zich uitleven op zijn gitaar.

Het werd uitkijken op de dansvloer, totdat één hond daadwerkelijk klem raakte èn op de poot getrapt werd. Een flinke jank boven de muziek uit, een beet van pijn, de honden bleven nu van de dansvloer, en een spijkerbroek bleek onverwacht goed te beschermen tegen hondenbeten.

Zelfs ik hoste mee, en Wiesje bleef me ijverig volgieten met wat mijn brandstof scheen. Uiteraard van Brouwerij Kees. Trouwens, ik zag Afra een groot deel van de avond met Jan dansen, zelfs schuifelen. Ook dankzij Kees? Jan en ik haakten tegelijk af om uit te blazen, en zo kwam Afra met Wiesje te dansen - en dat werd de verrassing van de avond.

Ze improviseerden stralend de leukste figuren, en die lukten nog óók. Frans en Cisca meldden zich als hun tegenspelers, en die wedstrijd werd een lust voor het oog. Jan en ik zaten te genieten, en wisselden blikken van verstandhouding. De drie honden kwamen in de dekking van onze stoelen onder de tafel liggen. Zo te zien was Google dat slachtoffer geweest, maar viel het mee.

Sheila kwam mij ten dans vragen. Ik wilde Wiesje niet voor het hoofd stoten, en sloot me tien minuten op een WC op: dan kon Sheila ook niet gezellig naast me komen zitten. Het was voor mij (en ongetwijfeld voor haar) een zware domper op de avond, maar ik wilde geen misverstanden met Wiesje riskeren.

Ik kwam bij Jan terug toen de muziek met die set klaar was. Wiesje zocht mij al. Ik nam haar even terzijde om het haar fluisterend te verklaren. Ze gaf me een hartverwarmende knuf, en verlof om alsnog met Sheila of wie dan ook te dansen. Sterker nog, ze stuurde erop aan, dat ik de volgende set met Sheila ging dansen. Er bestaan opvallende foto's van ons op de dansvloer: de oude bierbuik en dat ranke geitje, en al helemaal waar dat kleine kopje op mijn buik rust in plaats van op mijn schouder. Even later bewerkstelligde ik een wisseling: zij met Wiesje (en gelukkig werd ook dat vastgelegd), ik met Afra.

Yvonne stond een beetje verloren en verlangend terzijde, gekluisterd door Wouter en Maaike, met Aart en Dennis op het podium en Sheila op de dansvloer. Uiteindelijk ging Sheila over haar broertje en zusje waken, terwijl Yvonne onze hele kliek doorliep, eh... -danste. Dat deed haar zichtbaar deugd.

De helft van de laatste set was trouwens ook gedenkwaardig. Niet alleen stond ik nog steeds (hijgend en zwetend) te dansen (met zuinige merengue-achtige pasjes op het gebeuk), maar zelfs met Diana, terwijl Mart voor het eerst met zijn dochter danste. Pas voor het laatste (maar niet het enige langzame) nummer wisselden Wiesje en haar moeder terug. Verwarrend, om "net zo, maar dan ouder" (en een cupmaat groter) tegen me aan te voelen, maar wel gezellig. Een avond van zelfgekozen zelfoverwinning voor Wiesje.

Ik verklaarde niet de hele achtergrond van ons aansluitende opvallend kleffe gedrag aan Frans en Cisca, en wenste hen (later, thuis) nadrukkelijk een goede nacht.

30 december

Vandaag werd het stamppottendag, verzorgd door vier gezinnen die zich doorgaans afzijdig houden en door buitenstaanders Frans en Cisca (omdat Cisca het geopperd had).

Het was nog steeds mistig, de lammetjesronde begon weer om noen, en Wiesje en ik zouden ons gereed houden om te helpen koken. Men mocht mijn dunschillers gebruiken.

In overleg was het (vanaf negen uur tot minstens dat eten koken) tot een "onder ons" dag gemaakt. Wiesje zou haar ding doen met Diana, ik het mijne met Mart. En Afra zou de lammetjesronde meemaken. Voordien ging ze aan de huishouding.

Mart en Diana verschenen klokslag negen uur aan de keukendeur. Ze dronken nog een bakkie mee. Daarna trokken Mart en ik eropuit. Uiteraard kreeg ik van Wiesje water, chocola, pleisters, suikerklontjes, WC-papier, een kompas en weet-ik-veel mee. Plus uitgangscontrole op de aanwezigheid van mijn PDA en GPS-ontvanger, welker accu's overnacht opgeladen waren. Diana leek minder bezorgd om wat Mart meenam, maar wellicht vertrouwde ze op mijn bagage.

Frans en Cisca gingen ook. Die wilden eens zien wat Ab voor handel had, misschien ook bij Kees kijken, en zouden om twaalf uur bij Afra opgehaald worden.

Mart en ik wilden maar weer naar het station wandelen: zo groot is zeker bij mist de keus nu eenmaal niet, en wie weet gebeurde daar iets leuks. Oh ja, dat had Wiesje me nog meegegeven: twee veiligheidshesjes, juist voor dat op de weg lopen in de mist. We trokken ze aan, en gingen op pad.

Het was doodstil. Geen wind, geen regen, geen vogels, slechts het ruisen van onze kleding en het dreunen van onze voetstappen, en onze stemmen als we spraken. Mart was uiteraard weer met een boek bezig, een roman. Hij liet mij schieten op de verhaallijn. Die was als vanouds goed gevonden, maar ik kon wat versieringen voorstellen.

Vanuit de rimboe links (onze rimboe) kwam een koppel geldwolven tevoorschijn, waarschijnlijk een stel dat soms bij ons in de tuin lag. We werden besnuffeld, we gaven een aai, en ze bleven honderd meter met ons mee lopen. Wat zijn ze toch lichtvoetig! Daarna bleven ze aarzelend staan, en doken weer weg.

We kwamen bij het station. Na de lange stille wandeling voelde het als de Bewoonde Wereld. Buiten oogde het verlaten, maar vanuit de loods klonken geluiden. We gingen naar binnen. Daar was een groep mannen, waaronder Aart, bezig om een stoomlocomotiefje (na werkzaamheden aan de lagers of wielen) weer van drijfstangen te voorzien. Best een klus, met zulke beperkte hulpmiddelen als daar! We kwamen eigenlijk als geroepen, moesten even ergens tegenaan duwen, en kregen daarna een mok koffie. We kletsten even bij, en liepen met iemand mee naar de Speeltuin.

Ook daar was het buiten verlaten, maar ook daar werd binnen gewerkt: de keuken werd verbouwd. Muurtje eraf, muurtje erbij, allerlei leidingen verlegd. De vrouwen van Sans Perail waren er maar druk mee. We deden ook daar een handreiking, kregen ook daar koffie.

We liepen weer langzaam terug. Koplampen! Het was Herman op lammetjesronde. We zwaaiden naar elkaar.

In Us Net liepen we eerst even naar Kees. Die had net vastgesteld, dat zijn huidige brouwsel op schema lag, en wilde nu naar Teun gaan voor een stukje blues. We liepen mee. Mart had net zelf een blues geschreven, en die wilden ze wel horen! Hij kreeg een gitaar in handen, en zette in. Het was een mooi nummer: goede tekst, lekkere blue notes in de melodie. Teun zat het zichtbaar in zich op te nemen. Daarna kon Mart bij hen niet meer stuk.

Mart en ik gingen ook nog even bij Hans en Grada aan: even op academisch niveau keuvelen (zoals Mart daar vaker bleek te doen), daarna een robbertje bridgen. Er kwamen port en sherry op tafel - en die maakt Kees niet. Cheddar trouwens evenmin. We zaten aan een tafel voor het raam aan het "dorpsplein", naarmate het buiten donkerder werd steeds opzichtiger. Om kwart over vijf kwamen Diana en Wiesje achterom binnen. Ze fluisterden gedag, schoven bij Mart en mij op schoot, en namen het spel in zich op.

Hans had een moeilijke 3 Sans te maken: hij kon amper aan de overkant (Grada) komen. Hij keek dus op en neer, terwijl wij vieren zijn blik volgden. Algauw stond er een zwerm mensen voor het raam, aangetrokken door het besef dat zes hoofden teveel waren voor vier stoelen, en vervolgens geboeid door wat (naar we later hoorden) leek op ja knikken en nee schudden - maar dan tegelijk, terwijl je in een discussie om en om zou verwachten. Bovendien was Wiesje bij mij op schoot allang een vertrouwde aanblik, maar Diana bij Mart nog niet. De symmetrie van "de twee wiesjes" (die onbewust ook nog eens tegelijk nipten aan de glazen van hun mannen) trof de kunstzinnigen, dus de meesten. Ook daarvan bestaan foto's.

Uiteindelijk kwam Hans aan de overkant, sneed goed op mijn hartenaas, en kon vrij snel neerleggen. Evengoed 1 down. Hij keek op en rond, en ontwaarde de (letterlijke) buitenstaanders. Hij grijnsde, en maakte het gebaar van "er ook niet méér van kunnen maken". We leegden de glazen, en kwamen gezessen naar buiten. Vergissing: vandaag werden alle eters om zes uur verwacht, in plaats van gespreid. De menigte verspreidde zich, en ook wij gingen weer naar binnen. We namen alle zes nog een glaasje.

Zes uur. De stamppotten waren klaar, in het geval van Frans en Cisca met hulp van Afra en Sheila. (Ja ja, je ziet gaande de verhalen de vriendschappen groeien.) Er had geen voorgerecht gepland gestaan, maar in zo'n geheimzinnig onderonsje van Ab en Bill was geld vrijgekomen voor (bestanddelen voor) een groentesoep, en die was door Afra en Sheila bereid. Het zou een goedkope maaltijd worden, dus was de belangstelling extra groot, dus had men zich de blaren geschild. (PS: Ook Dennis en Wouter hebben dapper geschild.)

We waren nu eens onder de eersten die aan tafel gingen, en met deze zes in plaats van de andere tien. Mart en Hans waren vanaf het opscheppen van de soep in een tweegesprek waarvan ik nooit het onderwerp begrepen heb, misschien voortbouwend op een eerdere gedachtenwisseling. Diana en Grada gingen ook maar een boom opzetten. Wiesje wilde weten, wat Mart en ik gedaan hadden. Ik vertelde, en vroeg wat Diana en zij gedaan hadden. "Gewoon, een beetje getut."

Omdat zo'n antwoord mij nooit bevredigt (Nee-hee...!) hadden ze nu de hele tijd een camera laten opnemen. (Ik heb de opname bekeken, en ze had gelijk: acht uur lang hebben ze onderuit gezeten, langzaam lurkend aan lauw wordende dranken, kruimelsgewijs knagend aan knapperige koekjes, in traag gesprek met geweldige denkpauzes - over niets. Ik zat algauw versneld af te spelen, met steekproeven voor het geluid.)

Het was ons allemaal ontschoten, maar wij Hijbezems zouden de muziek verzorgen. Geen probleem, om acht uur brandden we los (met Afra en Kees) in "When you're smiling", in een merkwaardige middenweg tussen swing en bounce. Meteen sloeg men aan het dansen, zelfs echt foxtrotten. De soli waren lang en onderhoudend, en we hadden tien minuten nodig. De hele eerste set verliep zo.

We wilden pauze nemen, maar beseften dat Bill morgen zijn beroemde conference zou geven. We grepen stoelen en microfoons, en begonnen zelf een terugblik. Kees probeerde even mee te doen, maar ging algauw zorgen dat onze glazen gevuld bleven. Daarna probeerde hij op zijn slagwerk pointes van grappen te ondersteunen, maar hij bleek niet berekend op onze rijen overtroevende one-liners.

De pauze werd een blok van een half uur gein. Daarna gingen we weer aan de muziek. Enzovoort. Om een uur of twee konden de laatste gasten ons opdweilen. We hadden trouwens nog nooit zoveel rondjes gekregen. Echt een gedenkwaardig optreden, en gelukkig had Bill het mooi vastgelegd (in beeld en geluid).

Frans en Cisca hadden op bijna alle muziek uitbundig gehopst, hadden hun best gedaan om de sketches te volgen, en waren ook helemaal op. We wankelden gearmd naar de Konijnenflat, de hond bezorgd fiepend achter ons aan. Daar gingen we alle vier (na elkaar) met de traplift omhoog. We namen nog gevieren een slaapmutsje in onze slaapkamer, en werden als twee bundeltjes mens wakker. Frans en Cisca strompelden naar hun slaapkamer. Spoedig sliepen we weer, nu in gewonere houdingen.

Oudjaar

Vandaag geen maaltijdenwedstrijd, wel de oliebollen- en appelflappenwedstrijd (waaraan vooral gezinnen deelnamen). Gisteren was spontaan een nieuwe afspraak gegroeid. Diana zou voor "ons" koken (had ze op Tweede Kerstdag voorgesteld). "Wij" waren met ons zevenen (en dan werd het krap om bij Wiesje en mij of bij Afra te doen), en hingen toch ook wel sterk aan de boys (met hun ruimere woning). Dus zou Diana bij de boys voor ons tienen koken. Op mijn voordracht werd Ab nummer elf. Bill en Mina hadden wel gewild, maar zagen geen kans.

Dit verslag bestrijkt inmiddels al een hele week 52, en al die tijd was Wiesje niet bij mevrouw Hoofddoek geweest. Evenmin had die zich in Us Net vertoond. Dat hoefde ook niet, maar Wiesje maakte zich toenemend zorgen. Ze werd wakker bij zonsopkomst (evenals Frans en Cisca, zo te horen), wekte mij uit mijn laatste lichte slaap, en verklaarde dat ze vandaag bij Doekje wilde kijken. Niet opbellen, opzoeken. Hoe konden we dat inplannen?

Het hield haar dermate bezig, dat we ons uitgebreide gevrij oversloegen, en weldra in bad aan de koffie zaten. Frans en Cisca kwamen er algauw bij zitten. (Echt een vondst, zo'n dubbel-lang bad!) Ze begrepen Wiesjes zorgen, en waren wel benieuwd naar deze legendarische figuur.

Wiesje hees zich van mijn schoot, en haalde druipend mijn mobieltje uit de slaapkamer. Het bleek spatwaterdicht. Voorzichtig belde ik Hans. Of we hun fietsen konden lenen voor een excursie naar Doekje? Dat kon. Dan Herman: of de lammetjesronde weer naar twee uur kon, nu de mist was verdwenen? Kon ook. Even later liepen we warm aangekleed over de Bittenbrug, Wiesje en ik met onze fietsen aan de hand.

Hans reikte Frans en Cisca de fietsen van hem en Grada aan. Hij stak de weg over naar de Baai, en keek waar Kees' roeiboot lag. Op zijn huidige plaats: aan het steigertje van Teun. We stapten op. Voor Frans en Cisca was het jaren geleden dat ze gefietst hadden, en derailleurs waren ze helemaal niet gewend. Wiesje liep steeds verder op ons uit.

Wiesjes voorgevoel bleek gegrond. Doekje lag met hoge koorts te bed (in de woonkeuken, de enige ruimte die ze nog bewoonde), temidden van wat ze aan benodigdheden binnen bereik had weten te krijgen. Ze voelde wel dat er mensen waren, maar niet hoeveel of wie. Wiesje liet mij de po legen. Frans en Cisca stonden er onhandig bij, en namen dan maar de omgeving in zich op. Er was een overeenkomst in sfeer tussen dit huisje en hun schaapskooi.

Wiesje belde Grada, in dier rol van arts. Die vertrouwde het niet, en kwam op Hans' crossbrommer. Na een korte diagnose belde ze 112. Samen met Wiesje vulde ze een koffertje met logeerspullen.

Er kwam een politieboot met verpleegkundigen en een brancard. Doekje werd op de brancard gebonden en aan boord gebracht. Na kort beraad gingen ook Grada en de brommer aan boord. De politieboot snelde met zwaailicht weg.

Wiesje betoonde zich een klassieke huisvrouw, zo als ik haar nog nooit meegemaakt had. Ze sloeg aan het redderen, en zette de herdertjes en mij flink aan het werk. Spoedig was het huisje weer gereed om Doekje te ontvangen. Allerlei wasgoed binnenshuis schoon aan de lijn. De huissleutel lag "onder de mat". Hoog tijd om terug te gaan voor de lammetjesronde!

Hans kreeg de fietsen onder dankzegging terug. Toevallig belde net Grada, om te zeggen waar Doekje nu was opgenomen, en dat zijzelf nu naar huis kwam. Groetjes aan ons. Groetjes terug. Wij liepen weer met ons vieren en twee fietsen naar ons huis. Wiesje bedankte ons voor de betoonde inzet. Ik prees haar voor het voorgevoel en het initiatief. Zodra Frans en Cisca op lammetjesronde waren, kwam bij Wiesje de ontlading.

Tegen vieren kwam Diana vragen of we meegingen naar de boys, en of we konden helpen, te beginnen met het dragen van spullen (die blijkbaar niet aan de boys afgeleverd waren). Wiesjes huilbuien waren nog op haar gezicht te lezen, maar ook dat ze nu voorbij waren. Uiteraard toch een moederlijke knuffel - en de laatste keer dat ik hen in vergelijkbare verstandhouding had gezien was toen Wiesje dertien was.

We gingen met Diana mee. Mart en Afra droegen die spullen, ik de halve bezorgdheid van Wiesje. Ook dat viel onderweg op: als Wiesje en ik gearmd lopen zijn we wel vaker moe, maar blij. Grada, inmiddels allang weer terug, omhelsde ons samen, en gaf Wiesje een kus. Het leek net wat Wiesje nodig had. Grada beloofde, haar op de hoogte te houden. We probeerden Diana weer in te halen. Er kwam weer kracht in Wiesjes passen, en ze begon weer te stralen van ons geluk. Eigenlijk... eigenlijk hadden we ons willen terugtrekken in ons bed, zonder afspraken met anderen. Het was allemaal heel gezellig, maar het laatste etmaal in groter gezelschap werd toch wel een last. Maar die konden wij wel dragen, omdat we immers wel samen waren. Knuffelen onder het snelwandelen, probeer maar!

Elf man bij de boys, het werd een gezellige drukte. Maar Diana sloeg weldra aan het voorbereiden, Wiesje voelde zich des te meer gedrongen om te helpen, en ik wilde Wiesje tot steun zijn. Herman was onze verbindingsman met de huiskamer. Mart vond de keuken te vol, en begon in de kamer een praatje met Jan. Hij kon het later niet reconstrueren, maar hij kon als eerste een echt gesprek met Jan voeren, en woorden die ik opving waren "Gulden Vlies", "viola da gamba" en "Harley Davidson". Niet noodzakelijkerwijze in die volgorde, en Afra kon bij het gesprek aanhaken. Ab zat stilletjes te genieten, blij met dit gezelschap, maar ook blij dat hij nu eens gelegitimeerd was om niets te doen.

Diana maakte een verscheidenheid die je "rijsttafel" zou kunnen noemen. Ze had er ongeveer alle kookgerei en serviesgoed bij nodig. Ik maakte daarom alras afwassen tot mijn hoofdtaak.

Ook Diana is niet iemand voor de aanblik, figuurzagen in worteltjes en zo. Herman leek het te voelen aankomen, en nam stilletjes het opmaken van schotels op zich. We moeten hem die kunst eens afkijken!

Uiteindelijk zaten we rond een maximaal uitgeschoven tafel. Eigenlijk zouden we "gemengd" gaan zitten, maar ik mocht naast Wiesje zitten, al leek ze weer de oude. (Achteraf zei ze, dat juist mijn voortdurende nabijheid tot haar herstel bijgedragen had.) Bij het hoofdgerecht had ze weer een voeder-act.

Met vereende krachten hadden we de afwas klaar toen het tijd werd om naar de kroeg te gaan voor Bills oudejaarsconference. We waren de laatsten die nog in de kroeg zelf naar binnen konden, wie na ons kwam moest in de tent naar een scherm kijken (en uiteraard naar luidsprekers luisteren). De boys vonden een beetje extra ruimte door achter de toog te gaan staan, wetend dat hun hulp toch wel gewenst zou zijn. Ik kon een hoge zitplaats vinden op iets onduidelijks naast de toog, en nam Wiesje maar weer eens op schoot. Net waaraan ze behoefte had!

Bill was op dreef. Hij doorliep in vier sets de kwartalen, behandelde zo ongeveer elk voorval, en wist daaraan een zeer lachwekkende draai te geven. Uiteraard speelden Wiesje en ik een grote rol in die voorvallen, dus was Bill blij ons "op een zo verheven plaats" te zien zitten.

De muziek in de pauzes kwam uit onverwachte hoek: Kees van de camping speelde piano: stride en New Orleans blues. (Ton en Saar waren trouwens ook aanwezig.) Wiesje en ik bleven genoeglijk zitten waar we zaten. We bestelden een fles rioja, en nipten gestadig uit één glas. Er was nèt genoeg ruimte naast mij om fles en glas ook te kunnen neerzetten.

En de baksels? Inderdaad, er waren vier "merken" oliebollen en twee "merken" appelflappen, tegen vermoedelijke kostprijs verkrijgbaar aan de toog. Maar de meeste aanwezigen hadden rijkelijk gegeten, dus het duurde even voordat er vraag kwam naar deze happen. Uiteindelijk waren wij met ons genip de eersten. We kochten van elk één (ze waren verpakt in verschillend gekleurde servetjes), vonden ergens een balpen, en gingen eerst gericht van elk baksel proeven, aantekening maken op het servet, dan weer een slokje wijn nemen.

We stemden op oliebol C en appelflap 1. Daarna gingen we ze stuk voor stuk samen langzaam opeten. We hadden op zeker ogenblik een mooi ritme: Wiesje gaf beurtelings mij en zichzelf een stukje oliebol, ik gaf aansluitend mezelf en dan weer haar een slokje. (Inderdaad, wij kunnen de ander als die op schoot zit een slok wijn laten drinken, zonder morsen, zonder slurpen, zonder duwen. We kunnen ook degene op wiens schoot we zitten zonder om te kijken hapjes voeren. En zelfs deze afwisseling moeten we al herhaaldelijk gedaan hebben, met knabbelnoten of zo. We kunnen zelfs met de vrije hand intussen liefkozen.)

In zijn tweede set vestigde Bill zelfs de aandacht op ons. Met behulp van een camera en een beamer waren we schuin achter hem in close-up te volgen. En vaak genoeg waren we op het hoofdscherm te zien in beelden van gebeurtenissen waarover hij sprak.

Na twee oliebollen en een appelflap onderbrak Wiesje dat eten, en ging met haar handen spelen: (schaduwloze) schaduwbeelden maken, met de rits van haar spijkerbroek spelen, met de vingers van mijn vrije hand spelen, en zo. Het geheel werkte nogal zinnenprikkelend, maar dat doet Wiesje eigenlijk altijd wel, of ze wil of niet. Je zag veel mensen onbewust vergelijkbare handelingen verrichten, en Wiesje zat gewoon uit te zoeken, of ze mensen tot onbewuste sex kon aanzetten. Ik zat bijna te hikken van de lach, en was des te blijer om mij achter haar te kunnen verschuilen. En uiteraard voelde zij mijn geschud, en werd erdoor aangemoedigd.

In de derde set bemerkte Bill, dat iedereen vooral naar het zijscherm keek. Hij ging door met zijn verhaal, maar ging dwars staan, opdat hij dat scherm kon volgen. Wiesje deed alsof ze een gebarentolk was, maar dan met veel duim omlaag, middelvinger omhoog en zo. Er werd nu zelfs door Bills woorden heen gelachen. Wiesje gebaarde naar mij dat ik stil moest zijn. Ik zat nu echt seismisch te schokken van de lach.

Wiesje ging nu ijlings en nuffig naar een houvast aan mij zoeken. Het toppunt daarvan was, dat ze (in onnavolgbare handgebaren) overwoog of ze zich op mij vast kun spietsen. Daarbij werd duidelijk, dat ze een slipje droeg met teddybeertjesmotief. Kijkend naar het scherm ging ze die beertjes aaien. Ook Bill zelf raakte nu de draad kwijt, maar vond de oplossing: uitzoomen. Wiesje eindigde haar gevinger met een "tadaa!" gebaar. Applaus, ook van Bill.

Wiesje hervatte ons geknabbel, en Bill had terecht weer alle aandacht. In de pauze kwam hij naar ons toe voor een hi five met Wiesje. We lachten nog wat na. We zaten dus naast de toog, en velen die iets kwamen bestellen maakten ook even contact met Wiesje, vooral met van die handgebaren. Die camera (bediend door Ab, zag ik nu) zoomde er weldra weer op in. Ik zat weer vervaarlijk te schuddebuiken.

Slechte timing. Bill zat nog middenin zijn vierde set, toen het middernacht werd. Het zijscherm toonde de laatste minuten televisiebeelden van klok en vuurwerk. Bill kondigde een extra pauze af, en bood gratis glühwein aan. Het duurde een half uur totdat de meeste knuffels voorbij waren en Bill zijn verhaal kon voltooien.

Het laatste beeld op het hoofdscherm was een close-up van de nieuwjaarskus die Wiesje en ik elkaar net gegeven hadden - en iedereen werd er wee van. Er ontstond ook enige opschudding door: je zag mij een bierglas glühwein vasthouden. Herman had voetstoots voor ons beiden in dat ene glas ingeschonken. Verstandig, want we hadden immers geen ruimte om een glas neer te zetten.

Tegen enen was Bill klaar met zijn conference, en reikte een prijsje uit aan de makers van oliebollen B en appelflappen 1. Om half twee was er weer enige loopruimte. Wiesje haastte zich naar het toilet, daarna ik. De bloedsomloop door mijn benen kwam langzaam weer op gang. Tegen tweeën hadden ook wij iedereen wel een nieuwjaarsknuf gegeven. We gingen helpen opruimen. Om half drie waren we thuis met onze gasten, om drie uur gingen Frans en Cisca met een karaf halfvol wijn naar hun eigen slaapkamer.

Nieuwjaarsdag

We waren maar nèt op tijd klaar voor het afscheid. Herman kwam weer om twee uur voorrijden. We liepen met Frans en Cisca (en hun hond) naar de auto, en namen uitgebreid afscheid. Jan en Hector kwamen de auto uit, en kregen ook knuffels. Nu bleven ze bij hun schapen.

Even later kwamen Mart en Diana afscheid nemen. Er was even sprake van geweest, dat ze nog enkele nachtjes bij ons zouden blijven (in plaats van bij Afra), maar iedereen was wel weer aan rust toe. We zwaaiden hun auto na.

Wiesje en ik keken elkaar aan, in de vroege avondschemering. Tijd voor cocooning!

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).